Artikel Spreekbuis 4 2018

Bestuur.

Het bestuur bespreekt minimaal eens in de drie jaar zijn eigen functioneren en het functioneren van ieder bestuurslid afzonderlijk. De evaluatie van een bestuurslid gebeurt in de laatste vergadering binnen zijn of haar zittingsperiode.

Het bestuur heeft in april jl. het functioneren besproken van de heren Mol en Plaisier. Het bestuur meent dat beide heren goed functioneren. Beiden hebben aangegeven beschikbaar te zijn voor een nieuwe periode. Het bestuur heeft de heren Mol en Plaisier herbenoemd als bestuurslid.

Het bestuur bestaat uit de volgende personen: Niek Mol en Peter Oostveen (namens de werkgever), Karin Paak en Lies Maliepaard (namens de actieven), Gerrit Plaisier (namens de pensioengerechtigden) en Miranda Aleman (kandidaat bestuurslid namens de werkgever).

Verantwoordingsorgaan.

Vanaf 2008 is het wettelijk verplicht om als bestuur van het pensioenfonds verantwoording af te leggen aan het Verantwoordingsorgaan (VO). Het is de taak van het VO om het door het pensioenfondsbestuur gevoerde beleid te toetsen. In het bijzonder wordt hierbij nagegaan of het bestuur bij het nemen van besluiten op evenwichtige wijze rekening heeft gehouden met de belangen van alle betrokken partijen, te weten de actieven, de slapers, de pensioengerechtigden en de werkgever.

Het VO bestond uit 5 leden: één vertegenwoordiger namens de deelnemers (Laurence Thring), drie vertegenwoordigers namens de pensioengerechtigden (Ans Impens, Jan Veerman en Wim Veenendaal) en één vertegenwoordiger namens de werkgever (Erik Barents).

De heer Barents heeft vanaf het begin deel uitgemaakt van het VO, maar heeft laten weten geen nieuwe termijn te ambiëren. Het bestuur en de werkgever hebben Erik Barents bedankt voor zijn waardevolle bijdrage.

Er is besloten om de heer Barents niet te vervangen en het VO voortaan te laten bestaan uit vertegenwoordigers van werknemers en pensioengerechtigden. De motivatie voor deze beslissing is:

- er zijn veel en goed functionerende vormen van toezicht op het  

  pensioenfonds bestuur (naast VO ook visitatie commissie, certificerend

  actuaris, DNB, controlerend accountant)

- het VO functioneert naar behoren en heeft een duidelijk beeld van haar

  specifieke rol

- er is geen wettelijke eis (meer) om een vertegenwoordiger van de

  werkgever in een VO te hebben.

Jaarverslag over 2017.

Het jaarverslag over 2017 is gepubliceerd. Het jaarverslag bestaat uit een aantal onderdelen:

  1. Het bestuursverslag met daarin o.a. een beschrijving van de algemene pensioenontwikkelingen, de fondsspecifieke ontwikkelingen, ontwikkelingen op gebied van beleggingen, risicomanagementbeleid en de kosten van het pensioenfonds.
  2. De jaarrekening met financiële gegevens.
  3. Het verslag van het Verantwoordingsorgaan, de samenvatting van het visitatierapport, de actuariële verklaring en de controleverklaring van de accountant.

Het jaarverslag 2017 kunt u vinden op de website van het pensioenfonds: www.pensioenfondshuntsman.nl.

De website is opgezet volgens het pensioen 1-2-3 systeem. Pensioen 1-2-3 bestaat uit drie lagen. Het jaarverslag kunt u vinden in laag 3.

Het Verantwoordingsorgaan heeft voorgesteld om haar verslag over 2017 te communiceren met alle betrokkenen. Het VO is van mening dat 2017 een bijzonder jaar geweest is waarin veel geoogst is waaraan door het bestuur tien lastige jaren gewerkt is. Bijgaand vindt u de bevindingen van het VO. Het gehele verslag kunt u nalezen op de website.

Bevindingen Verantwoordingsorgaan.

Tien jaar geleden, vrijwel meteen na het instellen en aantreden van het VO, kwam het pensioenfonds in zeer slecht weer terecht. De financiële crisis liet zijn sporen na en het fonds kwam terecht in een zorgwekkende situatie van onderdekking en een onzekere toekomst. Niet alleen het Vereist Eigen Vermogen (VEV) was onvoldoende, ook het Minimaal Vereist Eigen Vermogen (MVEV) was niet toereikend. De dekkingsgraad bedroeg toen 96%. De vooruitzichten waren somber.

Het is buitengewoon plezierig dat nu, tien jaar later, het fonds niet alleen weer een voldoende MVEV heeft maar dat nu ook het VEV toereikend is met een dekkingsgraad van123,2%. Daarmee wordt ook weer uitzicht geboden op de mogelijkheid van indexatie.  Op 1 januari 2018 werd 1,09% toeslag gegeven aan de gepensioneerden. Dat kwam in de buurt van het afgeleide prijsindexcijfer (1,34%). Dat was al die tijd in die mate niet mogelijk geweest.

Dit ging natuurlijk niet vanzelf. Dankzij een aantal forse bijstortingen van de sponsor en niet in de laatste plaats dankzij kundig en verstandig acteren van het bestuur is het pensioenfonds thans weer gezond.

Het VO stelt vast dat gedurende de afgelopen tien jaar het bestuur met grote toewijding, deskundigheid en het nemen van goede en lastige besluiten zijn taken heeft volbracht en complimenteert en feliciteert het bestuur met dit resultaat.

Dekkingsgraad.

Voor de berekening van de dekkingsgraad wordt de waarde van de beleggingen (hoeveel geld zit er in de pot) gedeeld door de waarde van de pensioenverplichtingen (hoeveel moet er uitgekeerd worden).

Vanaf 1 januari 2015 moeten pensioenfondsen bij beleidsbeslissingen gebruikmaken van de beleidsdekkingsgraad. Dit is het gemiddelde van de laatste 12 maandelijkse dekkingsgraden. De beleidsdekkingsgraad is daardoor stabieler dan de oude dekkingsgraad die de financiële positie van het pensioenfonds aan het einde van iedere maand berekende.

De beleidsdekkingsgraad van ons pensioenfonds ontwikkelt zich goed. De beleidsdekkingsgraad eind mei 2018 bedraagt 123,2%. Daarmee is er een reëel zicht op de mogelijkheid van (gedeeltelijke) indexatie. Voor een volledige indexatie bij ons pensioenfonds is een beleidsdekkingsgraad van circa 127% nodig.

Peter Oostveen, Manager Pensioenfonds.